Recht op wonen

Elke geïnvesteerde euro in goed wonen is op twee à drie jaar terugverdiend. Logisch. Want wie slecht woont, wordt door de ongezonde woonomstandigheden sneller ziek. Gezinnen die in een te kleine ruimte wonen, hebben meer stress. Omdat kinderen daar niet rustig kunnen studeren, is er ook meer schooluitval. En meer werkverzuim, omdat ziektes sneller worden doorgegeven. Allemaal kosten die in geval van goede woningen dalen. En als de stad zelf woningen creëert en verhuurt, betalen die zich op termijn ook terug. Het is een investering voor de toekomst. 

Op dit moment bepalen miljonairsgroepen als Matexi, Virix en Vilinvest hoe de stad eruit ziet. Zelfs ambtenaren van de stad vertrekken richting rijke privégroepen. Zo nam bijvoorbeeld een topambtenaar bij de stad Vilvoorde ontslag in 2015 en begon daarna te werken voor Matexi.

Wij willen dat de stad radicaal van koers verandert en het heft in eigen handen neemt. Met een ambitieus plan voor betaalbaar wonen. De stad moet zelf zorgen voor veel meer betaalbare en sociale woningen. Wij willen een stad die streng is naar projectontwikkelaars en duidelijke afspraken maakt. Een stad die komaf maakt met de leegstand en garandeert dat iedereen kwaliteitsvol kan wonen. Gedaan met de onveilige situaties, met de vochtproblemen en de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Een stad met een stedelijk woonbedrijf dat zelf instaat voor de bouw en renovatie van betaalbare woningen.

Vorig jaar werd aangekondigd dat miljonair Ignace De Paepe met zijn NG Real Estate de CAT-site achter het station tot een volledig nieuwe stadswijk gaat maken, met 2.500 woningen, een evenementenhal, ziekenhuis, scholen, kantoren en een park. Dat zijn heel wat nieuwe woningen, waar dus echt een verschil kan worden gemaakt voor de inwoners van Vilvoorde.

Op dit moment kost het in Vilvoorde gemiddeld 349.000 euro om een huis te kopen. Een appartement kopen kost gemiddeld 243.000 euro en 925 euro om er eentje te huren. Wie kan dat nog betalen? De vorige stadsbesturen hebben de vrije markt losgelaten op dit probleem, in de hoop dat dat het huisvestingsprobleem zou oplossen. Nu kunnen we duidelijk zien dat de prijzen de lucht in zijn geschoten en het probleem enkel erger is geworden. Misschien wordt het daarom tijd voor een ander soort oplossing. Met PVDA willen wij het recht op wonen voor iedereen garanderen door eisen te stellen aan projectontwikkelaars. Voor elk nieuw bouwproject willen we dat de stad 1/3 betaalbare onderhandelt. Voor de CAT-site zou dit betekenen dat er meer dan 800 betaalbare woningen bijkomen. Zonder PVDA in het bestuur krijgen projectontwikkelaars als Ignace De Paepe vrij spel. Het is tijd om hier tegen in actie te komen.

Sinds 2018 zijn er in Vilvoorde bijna 200 sociale woningen verdwenen. Hoe kan het aantal sociale woningen dalen, terwijl het aantal inwoners stijgt? PVDA strijdt tegen deze evolutie. Met ons in het bestuur zullen er net sociale woningen bijkomen. Ook op de CAT-site zal onze regeling zorgen voor meer dan 800 sociale woningen. Een tegenbeweging als PVDA is nodig om de grote projectontwikkelaars tegen te houden woningen te verhuren aan woekerprijzen.

Wijken zoals Houtem en Kassei hebben enorm veel leegstand. Dit zijn verspilde plaatsen, waar we zouden kunnen zorgen voor sociale woningen voor mensen die het nodig hebben. Wanneer PVDA mee bestuurt, zal de leegstand worden aangepakt door versnelde renovatie. Deze tegenstroom is nodig zodat deze woningen niet onnodig leeg blijven staan.

Op dit moment liggen de sleutels van het woonbeleid in handen van de projectontwikkelaars. Zij beslissen waar en wat er gebouwd wordt. Dat is een bewuste keuze van de politiek. Zij rekenen op projectontwikkelaars om te bouwen. Maar daardoor wordt alle ruimte die er nog is, volgebouwd met luxewoningen in plaats van de betaalbare woningen waar we zoveel nood aan hebben. Dat zien we anders. Wij willen de sleutels van het woonbeleid in overheidshanden, zoals dat in Wenen al jaren het geval is. Daar is de stad zelf de grootste huisbaas. Voor een kwaliteitsvolle woning, betalen de inwoners er tussen de 330 (1 slaapkamer) en 750 euro (vier slaapkamers). De stad baat zelf 220.000 ‘gemeenschapswoningen’ (Gemeindebau) uit en subsidieert ook nog eens 200.000 woningen die aan strikte kwaliteitsnormen moeten voldoen en verhuurd moeten worden aan een lage prijs. In Vilvoorde worden nu veel woningen van de Intervilvoordse verkocht aan private spelers. Dit willen wij tegenhouden, zodat de woningen in handen van de intercommunale blijven.

De Vilvoordse huizen en appartementen zijn vaak verouderd en slecht geïsoleerd. De energie vliegt letterlijk door ramen en deuren naar buiten. En het gros van de gezinnen in zo’n woning heeft niet voldoende middelen voor de nodige renovatie- en isolatiewerken. Zij zitten vast in een spiraal: de energiefacturen stijgen en dus moeten ze dringend renoveren, maar door de hogere gezinsuitgaven en gestegen bouwprijzen moeten ze de renovatiewerken uitstellen.

We richten in België, net zoals in Duitsland een openbare bank op die zélf de renovatiewerken kan voorschieten. We gaan dan planmatig aan het werk: wijk per wijk, straat per straat, isoleren we de huizen. De eerste renovaties gebeuren niet bij wie het kan betalen, maar waar de nood het hoogst is. Met  warmtescans van de daken en muren brengen we samen met de gemeenten de isolatiestand van de huizen op hun grondgebied in kaart. De slechtst geïsoleerde buurten zijn het eerst aan de beurt. Op dit moment doet het Energiepunt in Vilvoorde al goed werk op dit vlak. Wij willen deze organisatie verder ondersteunen. Met meer middelen kunnen zij nog meer werk verzetten en de renovatiedoelstellingen helpen bereiken.

Zodra de werken zijn uitgevoerd, daalt natuurlijk de energiefactuur van de gezinnen. Die besparing wordt gedeeltelijk gebruikt als afbetaling van de werken aan de openbare bank. Wat nog overblijft, ontvangen de gezinnen als besparing op hun energiefactuur. Win-win-win. Zo gaan we van een individuele renovatieplicht, naar het recht op een gerenoveerde woning voor iedereen.